Dieselmotor brandstofsysteem

Het brandstofsysteem van een dieselmotor bestaat uit een brandstoftank, brandstof-waterafscheider, brandstofopvoerpomp, brandstoffilter, brandstofinjectiepomp, brandstofinjector, lage- en hogedrukbrandstofleidingen, enz.

Brandstoftoevoer:

Brandstoftank - brandstof-waterafscheider - brandstoftoevoerpomp - brandstoffilter - brandstofinjectiepomp - brandstofinjector

Brandstofretourstroom:

Injectorretourleiding - brandstofretourhuis - brandstoftank

De brandstofpomp heeft als functie brandstof van de tank naar de brandstofinspuitpomp te pompen. Vanuit de inspuitpomp wordt de brandstof via de hogedrukleiding naar de sproeiers van de brandstofinjectoren geleid. De door de sproeiers vernevelde brandstof wordt in de cilinders geïnjecteerd volgens de ontstekingsvolgorde van de motor. Overtollige brandstof wordt vanuit de brandstofinspuitpomp en sproeiers teruggevoerd naar de brandstoftank. De lucht wordt via het luchtfilter naar de cilinders gevoerd.

De brandstofinjectiepomp injecteert brandstof onder hoge druk in een bepaalde volgorde in de motorcilinders. De injectiepomp wordt via een tandwieloverbrenging vanuit de nokkenas aangestuurd. De pomp bestaat uit een behuizing, een nokkenas, de secties (afhankelijk van het aantal cilinders) en een plunjerregelmechanisme.

Een deel van de injectiepomp bestaat uit een plunjer en een cilinder, een rolstoter en een persklep.

Om de brandstof onder druk te brengen beweegt de plunjer omhoog of omlaag en draait de verdeelas met de omwenteling van de nokkenas mee om de brandstof afzonderlijk over de cilinders te verdelen.

Eén omwenteling van de nokkenas voltooit vier cycli, inclusief het overschakelen naar het hogedruk-stroompad naar elke cilinder met de distributieas, het openen van de persklep, de hogedrukleiding, de brandstofinspuitklep en de cilinders van de motor, in deze volgorde. Dit proces wordt herhaald door de omwenteling van de nokkenas.

Het brandstofsysteem beschikt over een automatisch ontluchtingssysteem.