Engine Lubrication System Engine Lubrication System

Motor smeersysteem

Goede smering van alle bewegende onderdelen is van cruciaal belang voor de werking van de motor. De functie van het smeersysteem is het smeren van alle wrijvingsvlakken van de motoronderdelen, om wrijving en slijtage tussen de bewegende motoronderdelen te verminderen, warmte en vuil van versleten onderdelen af ​​te voeren en de afdichting van de cilinder te verbeteren.

Er zijn inmiddels vele functies in smeersystemen, zoals smeren, stralen, reinigen, corrosiewerend zijn, afdichten, trillingsdemping en hydraulische druk.

  1. Oliepan

Het wordt gebruikt voor de opslag van olie en wordt afgedicht met het gecombineerde oppervlak van de behuizing in pakking en lijm.

  1. Oliepomp

Het wordt gebruikt om de olie in de onderste schaal aan te zuigen en zo een bepaalde druk op elk smeeronderdeel uit te oefenen.

  1. Drukbegrenzingsventiel

De door de motor aangedreven oliepomp zorgt ervoor dat de hoeveelheid olie en de oliedruk toenemen naarmate het motortoerental toeneemt. Om overmatige druk te voorkomen, is er een drukbegrenzingsklep in het smeermiddelkanaal aangebracht. Wanneer de motoroliedruk de ingestelde waarde overschrijdt, stroomt de overtollige smeerolie terug naar het oliecarter nadat de drukbegrenzingsklep is geopend.

  1. Oliekanaal

De belangrijkste functie van het oliekanaal is het transporteren van drukolie die door de oliepomp wordt weggepompt naar de wrijvingsoppervlakken van verschillende onderdelen. Het oliekanaal is direct in het cilinderlichaam en de cilinderkop gegoten, of wordt in sommige onderdelen bewerkt. Deze onderdelen kunnen worden onderverdeeld in het hoofdoliekanaal en het zijkanaal. Het hoofdoliekanaal verwijst over het algemeen naar het oliekanaal dat in de cilinderwand is gegoten en in de lengterichting van de motor is aangebracht, terwijl andere kanalen verdeeld zijn in olie.

  1. Oliefilter

Het wordt gebruikt om onzuiverheden in de smeerolie te filteren. Deze kunnen worden onderverdeeld in het zeeffilter, het grove filter en het fijne filter, afhankelijk van de verschillende diameters van de onzuiverheden die kunnen worden gefilterd en die respectievelijk op parallelle of seriële wijze zijn aangesloten op het hoofdkanaal voor de olie.

  1. Olieradiator

De olieradiator wordt meestal aan de voorzijde van de koelwaterradiator geïnstalleerd en parallel aangesloten op het hoofdoliekanaal. Tijdens de werking pompt de oliepomp olie naar de hoofdoliegalerij, waar de olie via de drukbegrenzingsklep, de schakelaar van de olieradiator en de olieleiding naar de olieradiator stroomt en na koeling vanuit de olieleiding terugstroomt naar het oliecarter, waarbij de olie in een cirkelvormige beweging terugstroomt.